‘Uit alle ervaringen van de laatste weken blijkt dat kunst een handvat heeft gekregen”. In deze benauwende weken blijkt de behoefte aan goede verhalen groot. Met name ook aan de verhalen die taal geven aan wat er deze dagen met ons gebeurt. Taal geven aan onzekerheid, angst en spanning.
Velen nemen deze tijd te baat om weer eens De pest van Albert Camus te lezen of De stad der blinden van José Saramago. Verhalen die ons wegvoeren uit het hier en nu om ons, in de goede zin van het woord, te vermaken. Verhalen die onze verbeelding voeden en ons uitdagen onszelf opnieuw uit te vinden. Zo heeft ook het bijbelse oerverhaal van Pasen door de eeuwen heen gefunctioneerd. Wat nog wel eens over het hoofd wordt gezien, is dat het paasverhaal dat wij kennen (bijvoorbeeld van de nu zo gemiste Matthäuspassion van Bach) gebaseerd is op het Joodse paasverhaal uit het Bijbelboek Exodus. Een verhaal dat door de eeuwen heen het Joodse volk in benauwde tijden op de been heeft gehouden.
Het verhaal begint in Egypte, dat meer is dan alleen maar een geografische aanduiding. Egypte is de weergave van het Hebreeuwse Mitsraïm , dat zoiets als ‘benauwdheid’ betekent. Het functioneert in dit verhaal als een angstland waar het menselijk leven niet tot zijn recht kan komen. Het Hebreeuwse volk is tot slaaf gemaakt. Elk toekomstperspectief wordt de nek omgedraaid. Een volstrekt onleefbare context. Maar het gekke is, zo lijkt het verhaal te zeggen, dat men zich er gaandeweg bij neerlegt. Men weet immers niet anders. Dit is blijkbaar het leven zoals het geleefd moet worden. Zoals wij misschien wel gaan wennen aan die anderhalve meter afstand.
Maar het boek waarin dit verhaal wordt verteld, heet niet voor niets Exodus. Het vertelt uiteindelijk het verhaal van de uittocht uit de angst. Voor die uittocht is in onze situatie echter wel verbeelding nodig. Iets dat uitstijgt boven de te berekenende modellen waar wij de afgelopen decennia tot voor een paar weken al ons vertrouwen aan schonken. Beleidsmodellen die elke onzekerheid konden weerspreken en dienst moesten doen om ons gerust te stellen en ons leventje te kunnen blijven leven.
In het verhaal van Exodus wordt door schaapherder Mozes een stem gehoord uit een brandende doornstruik. Die stem zegt tegen Mozes dat het toch niet zo kan zijn dat de benauwdheid en de vernedering het laatste woord hebben. Letterlijk zegt die stem: „Ik zal dit volk doen opgaan uit dit land naar een goed en wijds land, naar een land dat overvloeit van melk en honing.” Mozes moet in deze uittocht een sleutelrol spelen.
Wat hier in dit verhaal gebeurt, is dat er tegengif wordt geboden tegen de angst en de benauwdheid doordat er een nieuw perspectief wordt geschapen. In benauwdheid is er een stem die zegt dat die lockdown in Egypte niet het laatste woord heeft. En dat tegengif is in het verhaal zo sterk dat het uiteindelijk ervoor zorgt dat heel dit volk wegtrekt uit de benauwdheid en op weg gaat naar een land waarin het wel leefbaar is. Ze laten uiteindelijk de dood en de angst achter zich om te gaan in de richting van een veelbelovende toekomst. Waar zij bijna aan gewend waren geraakt wordt als een juk afgeworpen om in beweging te komen in de richting van een menswaardige toekomst.
Maar voordat zij in dat land zijn, moeten ze wel eerst veertig jaren de woestijn in. Het duurt even voordat een slaaf tot een vrij mens wordt. Daar is veel tijd van bezinning voor nodig.
Ook in deze quarantainetijd zijn er inmiddels tal van initiatieven van mensen die nu al bezig willen zijn met de tijd na de corona-crisis. Initiatieven die geboren worden uit de vraag of wij hierna weer gewoon terug willen vallen in de oude economische paradigma’s die nu op de helling staan. Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, benadrukte deze week dat een crisis als deze, naast alle ellende die deze veroorzaakt, ook kansen biedt tot verandering. We zien dat nu al aan de herwaardering van de publieke sector.
Daar gaat dit paasverhaal dus over. Over de mogelijkheid dingen die wij als onveranderlijk beschouwen te kunnen doorbreken. Wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurt. Als iemand zes weken geleden had geroepen dat we het mondiale vliegverkeer eens een aantal maanden zouden moeten stilleggen, was het weggewuifd als onrealistische praat. En nu zien we dat in een paar dagen tijd dit mogelijk blijkt. En zoveel meer. Het paasverhaal dat deze week wordt gevierd over heel de wereld gaat misschien wel daarover: het onmogelijke wordt mogelijk. De steen die voor het graf van Jezus ligt, blijkt niet een onomkeerbare werkelijkheid maar is in het verhaal het begin van een nieuwe beweging die het waagt met een visioen van een andere, zoveel menselijker wereld. Dergelijke verhalen hebben we juist ook in deze tijd heel hard nodig.
In die zin een Zalig Pasen toegewenst.
Jack van den Dungen.